Al onze handelingen moeten rechtmatig zijn, in overeenstemming met de geldende regels en besluiten. De totale UWV‑brede rechtmatigheid komt uit op 98,9%. Dit is de som van de rechtmatigheid van alle uitkeringslasten (financiële rechtmatigheid) en de rechtmatigheid van de aanbestedingen. Bij beide is de onrechtmatigheid gestegen.
Om de rechtmatigheid van de uitkeringsverstrekking te toetsen, worden afwijkingen gekwantificeerd en afzonderlijk gewogen en weergegeven. We maken daarbij onderscheid tussen financiële fouten en onzekerheden, waarover afzonderlijk verantwoording moet worden afgelegd indien deze in het verslagjaar 2018 (1 oktober 2017 tot 1 oktober 2018) zijn geconstateerd. Bij een financiële fout kunnen we vaststellen wat de fout is en wat het financiële gevolg is. Bij een onzekerheid hebben we onvoldoende informatie om vast te stellen of iets goed of fout is.
Het percentage financiële fouten in de uitkeringslasten over verslagjaar 2018 bedraagt 0,8. Dit is het gewogen UWV‑percentage over alle wetten. Het percentage onzekerheden bedraagt 0,1.
In onderstaande tabel zijn de percentages financiële fouten en onzekerheden voor de verschillende wetten weergegeven.
Wet | Financiële fouten | Onzekerheden |
| Verslagjaar 2018 | Verslagjaar 2017 | Verslagjaar 2018 | Verslagjaar 2017 |
| | | | |
Wajong | 0,4% | 0,2% | 0,0% | 0,0% |
WAO | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
WAZ | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Wazo | 0,5% | 0,4% | 0,0% | 0,0% |
WIA | 0,1% | 0,2% | 0,0% | 0,0% |
WW | 1,8% | 1,2% | 0,5% | 0,0% |
Ziektewet | 2,7% | 1,7% | 0,0% | 0,0% |
Toeslagenwet | 1,7% | 0,7% | 0,8% | 0,0% |
IOW | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Kaderwet SZW-subsidies | 1,3% | 3,5% | 1,9% | 0,0% |
| | | | |
Gewogen totaal | 0,8% | 0,5% | 0,1% | 0,0% |
Toelichting op de tabel:
De totaalpercentages voor financiële fouten en onzekerheden zijn voor het verslagjaar 2018 hoger dan in 2017. Dat komt vooral door geconstateerde fouten bij de WW en de Ziektewet. De WW‑uitkeringen maken circa 23% uit van het totaalaantal UWV‑uitkeringen. Het WW‑foutpercentage heeft daardoor een relatief grote impact op het UWV‑cijfer.
Bij de WW is het foutpercentage gestegen van 1,2 naar 1,8. De meeste impact hadden een fout bij de verrekening van inkomsten (foutpercentage van 0,4), 2 fouten bij de beoordeling van de wekeneis (samen ook een foutpercentage van 0,4) en een onterecht afgewezen uitkeringsaanvraag (foutpercentage van 0,26). Het onzekerheidspercentage is toegenomen van 0,0 in 2017 naar 0,5 in 2018. Oorzaak voor dit relatief hoge percentage is dat in enkele gevallen onvoldoende controle‑informatie kon worden verkregen.
De grootste stijgingen doen zich voor bij de Ziektewet en de Toeslagenwet, beide zijn toegenomen met 1,0 procentpunt. Ook bij de Ziektewet ging het vooral om fouten bij de verrekening van inkomsten. Het foutpercentage hierbij is met 1,4 verdubbeld ten opzichte van 2017 (0,7); het aantal fouten steeg van 8 naar 9. Fouten bij de dagloonberekening hebben geleid tot een foutpercentage van 0,9. Ook hier is het foutpercentage hoger dan in 2017 (0,6); het aantal fouten steeg van 12 in 2017 naar 17 in 2018.
Bij de Toeslagenwet zijn vooral fouten geconstateerd bij toeslagen op WW‑uitkeringen.
Het foutpercentage voor de Wajong is gestegen van 0,2 naar 0,4. Er zijn vooral fouten geconstateerd bij de verstrekking van voorzieningen.
Bij de WIA en de Kaderwet SZW‑subsidies daalt het foutpercentage.
Bij de WAO, de WAZ en de IOW blijft het foutpercentage nihil.