Ons doel is dat zo veel mogelijk WW’ers weer aan het werk gaan. Niet iedereen kan dat op eigen kracht. Met het extra geld van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) kunnen we een flink deel van de WW’ers die dat nodig hebben meer ondersteuning op maat bieden. Het gaat daarbij niet alleen om mensen met een matige arbeidsmarktpositie, maar ook mensen met een zwakke arbeidsmarktpositie. Waar nodig bieden we deze ondersteuning ook aan mensen die aanvankelijk een goede arbeidsmarktpositie lijken te hebben, maar er na 6 maanden nog niet in zijn geslaagd zelfstandig werk te vinden. Met ingang van dit jaar kunnen we ook extra ondersteuning bieden aan mensen met een arbeidsbeperking van wie bij de WIA‑beoordeling of de eerstejaars Ziektewet‑beoordeling is vastgesteld dat ze minimaal 65% van het maatmaninkomen kunnen verdienen. We sturen op sluitende dienstverlening. Dat betekent dat we onze klanten, gedurende de gehele WW‑periode, op maat en op het juiste moment de dienstverlening bieden die ze nodig hebben. Daarop sturen we door te investeren in het vakmanschap van zowel het management als van de adviseurs. Daarnaast houden we de vinger aan de pols door regelmatig onderzoeken uit te voeren naar de kwaliteit van de dienstverlening.
We organiseren minimaal 1 keer per kwartaal casuïstiekbesprekingen. Deze leveren veel inzicht op in de kwaliteit van de adviseurs. Daarnaast helpen ze de adviseurs om hun vakmanschap te versterken, doordat deze tijdens de besprekingen reflecteren op hun eigen werk en leren van elkaars werkwijze. Verder treffen we maatregelen om de kwaliteit van de onderbouwing van het werkplan te verbeteren. Dit leidt soms ook tot extra opleiding van medewerkers.
We richten regionale bedrijfsbureaus in die de uitvoerende collega’s structureel gaan ondersteunen bij de planning en werkvoorbereiding. De bedrijfsbureaus gaan zich verder bezighouden met sturing en monitoring, rapporteren, en signalering en duiding bij afwijkingen. In de afgelopen maanden is het functieprofiel voor de adviseur bedrijfsbureau vastgesteld en de werving is gestart. Per 1 oktober 2019 moeten alle bedrijfsbureaus actief zijn. Daarnaast is begonnen met de inrichting van een landelijk dekkend coördinerend netwerk met vertegenwoordigers uit alle districten. Dit netwerk moet borgen dat de bedrijfsbureaus hun werkzaamheden uniform uitvoeren, dat de (door)ontwikkeling van vakmanschap en professionalisering van de adviseurs bedrijfsbureau gericht wordt ingevuld en dat de bedrijfsbureaus registratierichtlijnen, teldefinities en meetsystemen hanteren die zijn afgestemd met de landelijke afdeling Business Control & Kwaliteit.
Werkoriëntatiegesprekken
De eerste stap is steeds dat we de positie van de klant op de arbeidsmarkt bepalen met behulp van de Werkverkenner. Dit is een wetenschappelijk ontwikkelde online vragenlijst die inzicht geeft in de kans op werkhervatting binnen 1 jaar en de factoren die daarop van invloed zijn. Klanten die dat nodig hebben, nodigen we vervolgens uit voor een eerste gesprek, het werkoriëntatiegesprek. Op basis daarvan bieden we de klant passende dienstverlening om zich beter te profileren en om- of bij te scholen als dat nodig is. We houden contact om te weten wat de voortgang is en of het nodig is onze dienstverlening aan te passen.
Onze adviseurs hebben in de eerste 8 maanden van 2019 86.600 werkoriëntatiegesprekken met WW’ers gevoerd. Hiermee liggen we ruim op koers om het voor 2019 verwachte aantal van 100.000 werkorïëntatiegesprekken te realiseren. Veel (42%) van deze gesprekken voerden we met WW’ers die volgens de Werkverkenner maximaal 50% kans hebben om binnen 1 jaar volledig op eigen kracht een baan te vinden. We spraken ook WW’ers die theoretisch meer kans hebben. We zijn dan, op basis van aanvullende informatie waarover we beschikken, van mening dat ze toch extra ondersteuning nodig hebben. Niet‑digivaardige klanten nodigen we standaard uit voor een gesprek.
We maken in de werkoriëntatiegesprekken afspraken over de (sollicitatie)activiteiten die de klant zal ondernemen en controleren via de persoonlijke Werkmap of hij dat echt serieus doet. Niet‑digivaardige klanten leveren hun sollicitatieformulieren in op de vestiging of per post. Wanneer de adviseur werk twijfelt over de sollicitatieactiviteiten van de klant, kan hij om bewijsstukken vragen zoals bevestigingsmails van werkgevers. Tijdens de gesprekken met de werkzoekende nemen we diens sollicitatieactiviteiten door. Als de aanpak van de werkzoekende te weinig kans van slagen heeft, sturen we het sollicitatiegedrag bij. We gaan dan ook na of er mogelijkheden zijn om over te stappen naar een ander beroep, eventueel met behulp van scholing, en dus breder te zoeken.
Iedere WW’er ontvangt na het werkoriëntatiegesprek een werkplan. Daarin staan de afspraken die de adviseur werk met de klant heeft gemaakt over diens inspanningen om weer aan het werk te komen. Met een deel van de klanten maken we afspraken over aanvullende dienstverlening, die we ook opnemen in het werkplan. Aan bepaalde groepen werkzoekenden die moeilijk zelf werk vinden, doen we een passend werkaanbod (PaWa) met intensieve dienstverlening. Dit geldt voor WW‑gerechtigden die 12 maanden of langer werkloos zijn en WW‑gerechtigden die inmiddels 6 maanden werkloos zijn en op grond van hun arbeidsmarktpositie het risico lopen langdurig werkloos te blijven. Ze moeten minimaal 12 uur per week voor de arbeidsmarkt beschikbaar zijn. Bij deze intensieve aanpak bieden we de werkzoekende 2 vacatures aan bij werkgevers die bereid zijn om langdurig werklozen aan te nemen, regelen we de sollicitatiegesprekken en vragen we achteraf aan de werkzoekende en de werkgever hoe het gesprek is verlopen. In de eerste 8 maanden deden we zo’n passend werkaanbod aan ruim 3.300 werkzoekenden. Uiteindelijk werden ruim 1.700 van hen aangenomen op de uitgezochte vacature.
Monitor- en coachingsgesprekken
Met WW’ers die niet zijn uitgenodigd voor een werkoriëntatiegesprek en na 6 maanden nog steeds werkloos zijn, voeren we een monitorgesprek. We bespreken dan met de klant de voortgang van diens sollicitatieactiviteiten en aan welke aanvullende dienstverlening hij behoefte heeft. We voerden in de eerste 8 maanden van 2019 14.600 monitorgesprekken. Dat zijn er minder dan in dezelfde periode in 2018 (19.700). Dat komt doordat er minder WW’ers zijn, hun uitkering gemiddeld korter duurt en we roepen hen eerder op voor een gesprek. De activiteiten van de WW’ers die we dienstverlening bieden, volgen we via de digitale Werkmap. We nodigen hen waar nodig uit voor een vervolggesprek, het zogeheten coachingsgesprek. Tijdens zo’n gesprek bieden we de klant verdere ondersteuning en reiken we handvatten aan waarmee actief en gemotiveerd naar werk gezocht kan worden. We hebben in de eerste 8 maanden van 2019 157.500 van degelijke coachingsgesprekken gevoerd. Dit aantal is veel hoger dan in dezelfde periode in 2018 (63.000). Dit komt doordat we uitdrukkelijk hebben gestuurd op het voeren van deze gesprekken en doordat deze gesprekken steeds vaker telefonisch gevoerd worden (bijna 49% in de verslagperiode).
Inkoop re-integratietrajecten <35% WIA/Ziektewet
Sinds 1 januari 2019 kunnen we re‑integratietrajecten inkopen voor mensen met recht op een WW‑uitkering die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn bevonden en daardoor niet in aanmerking komen voor de WIA en de Ziektewet. Er is gekozen voor een geleidelijke implementatie, waarbij we de dienstverlening, indien nodig en effectief, in eerste instantie aanbieden aan personen van wie de WW‑uitkering in 2019 gestart is. De eerste beelden zijn positief, klanten ervaren deze dienstverlening als een meerwaarde. Het aantal ingezette re‑integratietrajecten is conform verwachting gestegen.
Grensoverschrijdende bemiddeling
Met het ministerie van SZW hebben we afgesproken dat we vanaf 2019 van de grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling een structureel onderdeel van de dienstverlening gaan maken. Hiervoor hebben we in de 6 districten die grenzen aan Duitsland en België 12 adviseurs werk aangesteld die zich exclusief gaan bezighouden met grensoverschrijdende bemiddelingsactiviteiten voor werkzoekenden. Dit heeft geleid tot 25 plaatsingen en 80 verwijzingen.
Samenwerking met gemeenten
We willen zo veel mogelijk voorkomen dat een klant na het einde van de maximale WW‑uitkeringsperiode geen enkele ondersteuning meer krijgt bij het vinden van werk. In alle arbeidsmarktregio’s zijn inmiddels zogenaamde max. WW‑trajecten gestart. Daarbij bundelen UWV en gemeenten hun krachten om doorstroming naar de bijstand te voorkomen, en werken ze aan snelle en praktische oplossingen. We weten uit praktijkonderzoek dat onder andere een persoonlijke benadering en intensieve begeleiding door een vaste contactpersoon, goede samenwerking tussen gemeenten en UWV en een gedeelde visie op de benadering van re‑integratie belangrijke succesfactoren zijn. Een projectgroep met vertegenwoordigers van UWV en de gemeenten Alphen aan den Rijn, ’s‑Hertogenbosch en Rotterdam heeft een toolkit ontwikkeld met voorbeelden van de wijze waarop in verschillende gemeenten met UWV wordt samengewerkt op dit thema. De toolkit is 14 maart 2019 gelanceerd tijdens de Praktijkdag van de Programmaraad (een samenwerkingsverband van VNG, Divosa, Cedris en UWV). Een adviesbureau zal in opdracht van het ministerie van SZW de bekendheid van de toolkit onder gemeenten vergroten.