Fraudethema’s 2019

We doen onderzoek naar meer georganiseerde vormen van fraude. Dit type onderzoek heeft, naast het opsporen van individuele regelovertreding, vooral als doel inzicht te verkrijgen in de omvang en impact van (mogelijke) fraudefenomenen, zodat we daarover adviezen kunnen geven aan de verschillende UWV‑onderdelen, de ketenpartners en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Sinds eind 2018 hebben we ons grotendeels gericht op maatregelen tegen adresfraude. Hierdoor konden we minder tijd aan andere fraudethema’s besteden. Dit heeft geleid tot minder voortgang op een aantal thema’s. In dit achtmaandenverslag beperken we ons tot de fraudethema’s waarop we in de eerste 8 maanden van 2019 de meeste resultaten hebben geboekt. In de eerste 8 maanden van 2019 hebben we voor fraudethema’s in totaal € 6,0 miljoen (eerste 8 maanden van 2018: € 2,8 miljoen) teruggevorderd, € 648.300 (eerste 8 maanden van 2018: € 430.000) aan boetes opgelegd en € 12,0 miljoen (eerste 8 maanden van 2018: € 11,9 miljoen) bespaard doordat uitkeringen zijn stopgezet of niet zijn toegekend.

WW-fraude

We besteden sinds 2009 aandacht aan fraude met WW‑uitkeringen door arbeidsmigranten. Tegen de achtergrond van een stijgend aantal uitkeringen voor arbeidsmigranten zijn de onderzoeken en handhavingsacties gericht op arbeidsmigranten uit Midden- en Oost‑Europa sinds 2014 geïntensiveerd. Er waren signalen over steeds geraffineerdere fraude, waarbij malafide tussenpersonen betrokken waren. Hiernaar zijn onderzoeken gestart die aanleiding gaven tot strafrechtelijk onderzoek. De handhavingsonderzoeken hebben ons steeds meer inzicht verschaft in de werking en het veranderende karakter van de WW‑fraude door arbeidsmigranten.

Met de minister hebben we eind 2018 afgesproken dat we extra maatregelen uitwerken om WW‑fraude door arbeidsmigranten tegen te gaan. Hieronder de stand van zaken na de eerste 8 maanden van 2019.

  • Het proces rond de papieren WW‑aanvraag hebben we aangescherpt. Papieren aanvraagformulieren moeten worden aangevraagd op een UWV‑vestiging. De aanvrager moet zich daarbij altijd legitimeren en UWV registreert – uiteraard conform de wettelijke voorschriften – diens persoonsgegevens. Als de uitkering wordt toegekend, wordt de uitkeringsgerechtigde binnen 4 weken opgeroepen voor een werkoriëntatiegesprek. We zien erop toe dat hij daadwerkelijk verschijnt; het bezoek vormt een extra controle op verblijf in Nederland. Indien iemand zonder geldige reden niet komt opdagen, zullen we een maatregel opleggen. In de pilot met uitzendbureaus die van januari tot en met april 2019 liep (zie ook hieronder), bleek dat verzoeken tot extra informatie over de beëindiging van de dienstbetrekking vooral bij papieren aanvragen meer informatie opleveren en tot meer afwijzingen leiden. Daarom is besloten tijdelijk alle papieren aanvragen (naar verwachting 12.000 op jaarbasis) extra te controleren. Dit doen we vanaf september.

  • We verrichten aangescherpte controles om te achterhalen of iemand verwijtbaar werkloos is of ongeoorloofd in het buitenland verblijft. Op basis van data‑analyse en expertise van medewerkers zijn hiervoor modellen ontwikkeld die we sinds april gebruiken bij het vaststellen van het recht op en de continuering van WW‑uitkeringen. We ontwikkelen deze modellen de komende maanden door, zodat we aanvragen waarbij sprake is van vermoedelijke fraude straks nog beter kunnen selecteren en onze capaciteit gericht kunnen inzetten op uitkeringsgerechtigden bij wie een grotere kans op fraude bestaat.

  • We onderzoeken of we intensiever kunnen controleren op verwijtbare werkloosheid in de uitzendsector. Daarvoor is een pilot uitgevoerd in samenwerking met de brancheorganisaties Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) en de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU). Daarbij is, in aanvulling op de informatie van de werkloze werknemer, ook bij de werkgever nagevraagd waarom het dienstverband is beëindigd en of de werknemer passend werk is aangeboden. Uit de pilot bleek dat het opvragen van extra informatie meer oplevert. Op dit moment wordt onderzocht hoe we uitzendwerk kunnen verwerken in de risicomodellen. We ontwikkelen op basis van de resultaten van de pilot een specifiek risicomodel, dat kan worden toegepast op WW‑aanvragen gerelateerd aan enkele categorieën werkgevers. Deze controles zullen vanaf september worden uitgevoerd door een multidisciplinair vakteam dat hiervoor wordt uitgebreid met circa 10 fte’s.

  • Met het ministerie is afgesproken dat UWV dit jaar nog onderzoekt hoe verwijtbare werkloosheid het effectiefst kan worden onderzocht. Hierbij wordt gekeken naar wat het effect is van de instrumenten die ontwikkeld zijn (risicomodellen, model uitzendwerk, extra uitvraag papieren aanvragen), maar ook naar wat het zou betekenen als iedere aanvraag extra wordt gecontroleerd.

  • Bij het verstrekken van een uitkering geldt voortaan het adres in de Basisregistratie personen (BRP) als uitgangspunt. UWV zal de WW’ers met een woonadres in het buitenland verzoeken zich in te schrijven als ingezetene met een binnenlands woonadres. Dit moet ervoor zorgen dat er tijdens de duur van de uitkering altijd zicht is op de daadwerkelijke verblijfplaats van de uitkeringsgerechtigde. Het ministerie van SZW bekijkt momenteel of inschrijving als ingezetene een voorwaarde voor toekenning van een WW‑uitkering kan worden.

  • We intensiveren de controle op adresgegevens. Dat doen we onder andere door regelmatig adresvergelijkingen uit te voeren, in samenwerking met andere partijen zoals gemeenten, de Belastingdienst en de Sociale Verzekeringsbank. Afwijkende adressen worden nader onderzocht en kunnen leiden tot nader fraudeonderzoek.

  • We verrichten ook onderzoek naar die situaties waarin meerdere uitkeringen op 1 adres worden verstrekt. In de eerste 2 delen van het onderzoek zijn 64 adressen onderzocht. Op dit moment wordt het derde deel afgerond. Dan hebben we in totaal 97 adressen met 852 uitkeringsgerechtigden onderzocht. We controleren of de betrokken personen terecht een beroep doen op de WW en of ze daadwerkelijk op dat adres wonen. Uit dit onderzoek blijkt dat wanneer er sprake is van 3 of meer lopende uitkeringen op 1 adres in combinatie met inschrijving in de Registratie Niet‑Ingezetenen (RNI), er een groter risico bestaat dat betrokkenen de verplichting om gedurende de WW in Nederland te verblijven niet naleven.

  • We gaan strenger controleren op de betrouwbaarheid van tussenpersonen. Wanneer iemand voor de WW naar een kantoor komt en zich laat vertegenwoordigen of vergezellen door een tussenpersoon, dan registreren we de naw‑gegevens van deze tussenpersoon, inclusief het nummer van diens paspoort of ID‑kaart. Deze registratiegegevens gaan we periodiek vergelijken. Indien daartoe aanleiding bestaat, zullen we onderzoek instellen. We zoeken de samenwerking met bonafide tussenpersonen. In mei 2019 is in de regio Den Haag een eerste bijeenkomst gehouden met ongeveer 15 tussenpersonen. Daarbij hebben we hen geïnformeerd over wet- en regelgeving en besproken of bonafide samenwerking kan worden gecertificeerd. Dit jaar volgen nog 2 bijeenkomsten in andere regio’s. Daarna wordt de balans over de opbrengst opgemaakt. Voor meer informatie over malafide tussenpersonen: zie Samenwerkingsverbanden 2019, onder het subkopje LSI-interventieactiviteiten.

  • We gaan intensiever samenwerken met partners in het sociaal domein zoals de Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI) en de Inspectie SZW. We sluiten aan bij het programma Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA), waarin gemeenten, uitvoeringsorganisaties en departementen samenwerken aan het verhogen van de kwaliteit van adresgegevens in de BRP.

  • We koppelen naar medewerkers die een fraudemelding doen beter terug wat we met hun signaal gaan doen.

  • We zullen de minister jaarlijks – los van het jaarverslag – een zogeheten signaleringsbrief sturen over de geconstateerde signalen en fenomenen uit de verschillende fraudeonderzoeken en welke actie we naar aanleiding daarvan hebben ondernomen. Deze brief bevat indien nodig beleidsaanbevelingen, waaronder eventuele wetsaanpassingen of verzoeken om de uitvoering beter te faciliteren. De minister zal deze rapportage toesturen aan de Tweede Kamer, voorzien van een beleidsreactie. De Tweede Kamer krijgt daarmee een belangrijke rol bij de afweging van handhavingsprioriteiten. De eerste signaleringsbrief is in juni 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd. Op 25 september heeft UWV Tweede Kamerleden in een vertrouwelijke technische briefing geïnformeerd over de inhoud van de signaleringsbrief.

In juni 2019 heeft de minister de Tweede Kamer opnieuw geïnformeerd over de stand van zaken rondom de fraudemaatregelen. Naar verwachting zal de minister de Tweede Kamer in december opnieuw informeren.

Uitkeringen aan gedetineerden

Begin juni was er in de media aandacht voor gedetineerden en voortvluchtigen die ten onrechte een uitkering ontvangen van UWV en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Uitkeringsgerechtigden die in detentie worden genomen, zijn verplicht dit te melden aan UWV. Om niet volledig afhankelijk te zijn van uitkeringsgerechtigden, ontvangt UWV dagelijks van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) gegevens over nieuwe gedetineerden. We vergelijken deze signalen met de gegevens in onze uitkeringssystemen om te bepalen of we de uitkering moeten stopzetten. Dit is bijvoorbeeld niet aan de orde als de detentie maar een paar dagen duurt (in geval van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen), of als de uitkeringsgerechtigde elektronisch gedetineerd blijkt. We hebben intern onderzoek verricht naar de sluitendheid van dit matchingsproces. Hierbij bleek dat het matchingsproces van de Ziektewet en de Werkloosheidswet een periode niet sluitend was. We hebben naar aanleiding hiervan maatregelen genomen en nader onderzoek ingesteld.

Naast de hierboven genoemde vergelijking richten we een tweede vergelijking van de detentiesignalen in die enkele maanden na ontvangst van het DJI‑signaal wordt uitgevoerd. Hiermee kunnen we het aantal ten onrechte verstrekte uitkeringen aan gedetineerden tot een minimum reduceren. Deze tweede vergelijking wordt mogelijk vanaf oktober en zal voor het eind van het jaar geheel geautomatiseerd verlopen. We bereiden op dit moment samen met DJI/Justitiële Informatiedienst (Justid) de terugvordering voor van uitkeringen die de afgelopen jaren onterecht aan gedetineerden zijn verstrekt.

Door technische problemen zijn de bestanden van de maanden april, mei en juni die betrekking hebben op de verwerking van signalen van in het buitenland gedetineerden niet tijdig verwerkt. Hierdoor hebben 23 in het buitenland gedetineerden gedurende een paar maanden ten onrechte een uitkering ontvangen. We hebben deze uitkeringen beëindigd; terugvordering van de uitkeringen gebeurt volgens het reguliere terugvorderingbeleid. De maandelijkse gegevenslevering is inmiddels hervat. Voortvluchtigen die hun vrijheidsstraf ontlopen, zijn opgenomen in het politiesysteem Executie & Signalering (E&S), de opvolger van het opsporingsregister. UWV ontvangt de relevante gegevens hieruit via het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) om de uitkering van voortvluchtigen te kunnen intrekken. Na de omzetting van het opsporingsregister naar het E&S‑systeem ontbraken in de periode oktober 2018 tot en met augustus 2019 in het E&S-systeem de gegevens van voortvluchtigen van wie de taakstraf is omgezet in vervangende hechtenis. 94 van deze voortvluchtigen blijken een uitkering van UWV te hebben ontvangen tijdens de periode van voortvluchtigheid. We kijken nog naar de mogelijkheden om deze onterecht verstrekte uitkeringen terug te vorderen. De lopende uitkeringen van de personen die nog steeds voortvluchtig zijn, worden per toekomende datum ingetrokken. Zij krijgen hierover een reguliere waarschuwingsbrief van het CJIB.

Het is door de manier waarop UWV de gegevens van DJI verwerkt mogelijk dat mensen die nog in het uitkeringsaanvraagproces zitten niet worden meegenomen in de bestandsvergelijking en dat samenloop met detentie daardoor niet ontdekt wordt. We onderzoeken of en hoe vaak dit zich heeft voorgedaan. Samen met het ministerie, DJI, de SVB en het Inlichtingenbureau bekijken we welke verdere verbeteringen er mogelijk zijn in het proces van gegevensvergelijking.

Gezondheidsfraude

Een klant pleegt gezondheidsfraude als hij, zonder dat te melden bij UWV, activiteiten vertoont die niet passen bij zijn door ons vastgestelde belastbaarheid of als hij gezondheidsproblemen voorwendt. Als er sprake is van vermoedelijke gezondheidsfraude, dan verstrekken we deze informatie voor een (her)beoordeling door een verzekeringsarts. Tot en met eind augustus 2019 zijn naar aanleiding van onderzoeken naar gezondheidsfraude 52 klanten herbeoordeeld. Er staan er nog eens 29 ingepland.

Gefingeerde dienstverbanden

Een gefingeerd dienstverband is een schijnconstructie waarbij personen in de personeels‐ en loonadministratie worden opgenomen, terwijl er feitelijk geen sprake is van een dienstverband of het verrichten van arbeid. Het aanvragen en ontvangen van een uitkering op basis van een gefingeerd dienstverband is onrechtmatig. UWV handhaaft op gefingeerde dienstverbanden door concrete interne en externe meldingen in onderzoek te nemen. Wanneer er sprake is van een gefingeerd dienstverband, dan wordt proces‑verbaal opgemaakt en vorderen we de onverschuldigd betaalde uitkeringsgelden terug. In de eerste 8 maanden van 2019 hebben we binnen dit thema circa € 0,8 miljoen aan terugvorderingen ingesteld.

Met data‑analyse intensiveren we het toezicht op dit fenomeen. Dit doen we door aanvragen met een verhoogd risico op een gefingeerd dienstverband te selecteren voor onderzoek. In 2018 heeft analyse van het Ziektewet‑bestand zeer concrete signalen opgeleverd. We onderzoeken deze signalen nog, maar de eerste ervaringen met deze werkwijze zijn positief. In een aantal gevallen is inmiddels een gefingeerd dienstverband vastgesteld. Een aantal onderzoeken loopt nog. We analyseren de complete resultaten in september 2019.

Daarnaast participeert UWV in het Kennis- en informatieplatform schijnconstructies (KIP). Het KIP is een onderzoek gestart naar gefingeerde dienstverbanden in de zorg. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Inspectie SZW en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De resultaten zullen gedeeld worden met UWV en de Belastingdienst om zo meer zicht te krijgen op patronen en notoire overtreders.

Hennep

We doen onderzoek naar inkomsten uit hennepteelt bij uitkeringsgerechtigden. In de eerste 8 maanden van 2019 zijn ruim 140 zaken afgehandeld. Dit heeft geleid tot ruim € 0,9 miljoen aan ingestelde terugvorderingen en bijna € 0,2 miljoen aan opgelegde boetes.

Persoonsgebonden budget zorgverleners

Er zijn uitkeringsgerechtigden die naast hun uitkering inkomsten hebben uit arbeid als zorgverlener, betaald vanuit een persoonsgebonden budget. Dat is toegestaan, mits de genoten inkomsten ook aan UWV worden opgegeven voor verrekening met de uitkering. We zijn in het derde kwartaal van 2018 gestart met onderzoek naar mogelijk misbruik van deze inkomsten. Het grootste gedeelte van de eerste 100 onderzoeken is inmiddels afgerond. Dit heeft geleid tot € 658.900 aan ingestelde terugvorderingen en € 18.200 aan opgelegde boetes. In augustus 2019 hebben we besloten om nog eens 250 zaken te onderzoeken, waarna er een representatief beeld gegeven kan worden over de aard en omvang van de (mogelijke) overtredingen en welke maatregelen preventief ingezet kunnen worden.