Met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) maken wij afspraken over het aantal beoordelingen dat wij jaarlijks kunnen uitvoeren. In juni 2019 heeft de minister samen met UWV de balans opgemaakt tussen de artsencapaciteit die nodig is voor de uitvoering van de sociaal‑medische beoordelingen en de beschikbare capaciteit. Conclusie was dat UWV het afgelopen jaar veel werk heeft verzet om die balans te verbeteren maar dat er nog geen sprake is van een trendbreuk. De voorraad herbeoordelingen die UWV moet verrichten, steeg minder snel dan voorheen, maar er is nog altijd sprake van groei. Bovendien zal het aantal aanvragen voor een WIA‑uitkering de komende jaren toenemen, waardoor er ook meer sociaal‑medische beoordelingen moeten worden uitgevoerd. Om te borgen dat er een duurzaam evenwicht tussen benodigde en beschikbare capaciteit ontstaat, moet UWV extra maatregelen treffen.
Aantal uitgevoerde beoordelingen
We hebben in de eerste 8 maanden van 2019 106.115 sociaal‑medische beoordelingen uitgevoerd. Daarmee was de productie in de eerste 8 maanden van 2019 1,7% hoger dan in dezelfde periode in 2018. Dit was mogelijk dankzij de succesvolle werving van ANIOS’en. De productiviteit stijgt echter niet evenredig met de nieuw geworven capaciteit. De extra productiviteit van de startende artsen compenseert immers niet de lagere productiviteit van de ervaren verzekeringsartsen die een deel van hun tijd moeten besteden aan de opleiding en begeleiding van deze ANIOS’en. Voor de langere termijn zijn deze opleidingsinspanningen echter hoogstnoodzakelijk: de komende jaren zullen veel ervaren artsen uitstromen vanwege pensionering.
| Begroting | Resultaat | Verschil |
| 2019 | 2019 | |
| t/m aug. | t/m aug. | |
Claimbeoordelingen | 55.733 | 55.340 | -393 |
Eerstejaars Ziektewet-beoordelingen | 26.667 | 24.367 | -2.300 |
Herbeoordelingen | 29.933 | 26.408 | -3.525 |
| | | |
Totaal | 112.333 | 106.115 | -6.218 |
Het gerealiseerde aantal beoordelingen is minder dan begroot. Daardoor zijn voorraden en achterstanden opgelopen tot boven het niveau van eind 2018. Naast de verhoogde opleidingsinspanningen is nog een aantal factoren van invloed op de productiviteit. Allereerst hebben we te maken met een groter aantal WIA‑aanvragen. De behandeling van WIA‑aanvragen is arbeidsintensiever en vereist meer kennis dan die van eerstejaars Ziektewet- en Participatiewet‑beoordelingen. Dit komt mede doordat er bij de aanvragers steeds vaker sprake is van multiproblematiek. Doordat we, conform de met het ministerie afgesproken prioriteitstelling, meer capaciteit moeten inzetten op de WIA‑beoordelingen, houden we minder capaciteit over voor andere beoordelingen. Dit zien we onder andere terug in de groei van de voorraden eerstejaars Ziektewet‑beoordelingen en herbeoordelingen.
Daarnaast hebben we in het tweede tertaal veel capaciteit ingezet op herstelacties van onjuist uitgevoerde herbeoordelingen van het Ondersteuningsteam Noord (zie ook hieronder onder het kopje Herstelacties). De productiviteit van dit team is de afgelopen maanden met twee derde afgenomen, doordat het weer werkte volgens het bestaande juridisch en professioneel kader taakdelegatie en met het bestaande 4‑ogenprincipe bij nieuwe toekenningen van IVA‑uitkeringen. Het team wordt per 1 november 2019 ontbonden. Tot slot zien we dat onze medewerkers, door de grotere externe focus op fouten, in toenemende mate spanning ervaren tussen veilig volgens de letter van de regels te werken en zoeken naar ruimte om meer volgens de bedoeling van de wet te handelen.
Herstelacties
In februari 2019 bleek dat Ondersteuningsteam Noord gebruik had gemaakt van taakdelegatie op een wijze die niet voldoet aan de binnen UWV geldende voorschriften en protocollen. Het team had bij een inhaalactie in 2018 circa 3.000 mensen herbeoordeeld aan wie in de periode van 2006 tot en met 2010 op medische gronden een volledige WIA‑uitkering was toegekend en die daarna abusievelijk buiten beeld waren geraakt. In een groot aantal gevallen was de uitkomst van de herbeoordeling dat de klant duurzaam volledig arbeidsongeschikt was en dus recht had op een IVA‑uitkering. UWV heeft de betreffende dossiers opnieuw bekeken en geconstateerd dat circa 1.900 herbeoordelingen opnieuw moesten worden uitgevoerd. Op 8 oktober 2019 heeft de minister de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van deze herstelactie. Op 1 oktober hadden 1.584 van de circa 1.900 opnieuw herbeoordeelde klanten een definitieve beschikking ontvangen. De tweede herbeoordeling van de overige klanten is nog niet afgerond, vooral omdat aanvullende medische informatie nodig is. Een klein aantal kon nog niet gezien worden vanwege (toegestaan) verblijf in het buitenland of een ziekenhuisopname. Voor 70% van de 1.584 mensen die een definitieve beschikking ontvingen, verandert er niets: ze behouden hun eerder toegekende IVA‑uitkering omdat ze duurzaam volledig arbeidsongeschikt zijn. Aan 19% is een lagere uitkering toegekend, omdat ze nu of in de toekomst (deels) kunnen werken. Bij de overige 11% is de uitkering geheel beëindigd omdat ze minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn bevonden; zij verliezen na de wettelijke uitlooptermijn van 2 maanden hun recht op de uitkering. UWV voelt zich extra verantwoordelijk om deze laatste groep zo goed mogelijk op weg naar werk te helpen. Dat zal niet makkelijk zijn, omdat de afstand tot de arbeidsmarkt vaak groot is. We hebben daarom besloten dat deze groep bij wijze van uitzondering nog maximaal 5 jaar gebruik kan maken van onze op werk gerichte dienstverlening. Daarnaast onderzoeken we of we deze specifieke groep een financiële compensatie kunnen geven gedurende een bepaalde periode.
Ondersteuningsteam Noord was ook bezig met de door verzekeringsartsen aangevraagde herbeoordeling van een specifieke groep van circa 3.300 klanten. Het ging hierbij deels om mensen voor wie de einddatum van de wachttijd voor de WIA tussen 2010 en 2014 lag, aan wie om medische redenen een volledige WIA/WGA‑uitkering is toegekend en die in 2018 nog steeds in die situatie zaten, en deels om mensen van 60 jaar of ouder aan wie om medische redenen een volledige WIA/WGA‑uitkering is toegekend en die al minimaal 2 keer zijn beoordeeld. Voor deze groep waren in februari 2019 circa 400 beschikkingen afgegeven. Na screening is gebleken dat hiervan circa 230 herbeoordelingen opnieuw moeten worden uitgevoerd.
Effecten op de productie en voorraad
De voorraad herbeoordelingen is de eerste 8 maanden van 2019 met 2.000 verder toegenomen tot 33.500.
De voorraad eerstejaars Ziektewet‑beoordelingen overstijgt de streefwaarde van 15.000. Dit is een direct gevolg van het feit dat we meer WIA‑claimbeoordelingen moesten afhandelen.
| Eind | Eind | Verschil |
| 2018 | aug. 2019 | |
Voorraad claimbeoordelingen | 14.304 | 18.065 | 3.761 |
Voorraad eerstejaars Ziektewet-beoordelingen | 13.834 | 15.596 | 1.762 |
Voorraad herbeoordelingen | 31.528 | 33.487 | 1.959 |
| | | |
Totaal voorraad | 59.666 | 67.148 | 7.482 |
| | | |
Achterstand voorraad claimbeoordelingen | 1.436 | 3.019 | 1.583 |
Achterstand voorraad eerstejaars Ziektewet-beoordelingen | 3.883 | 4.912 | 1.029 |
Achterstand voorraad herbeoordelingen | 18.699 | 17.982 | -717 |
| | | |
Totaal achterstand voorraad | 24.018 | 25.913 | 1.895 |
De achterstand bij de verwerking van de voorraad herbeoordelingen is afgenomen. De achterstand was begin dit jaar hoog, door de herbeoordelingen die Ondersteuningsteam Noord moest overdoen. De meeste herbeoordelingen die moesten worden overgedaan, zijn inmiddels afgerond en maken dus ook geen deel meer uit van de achterstand. Ook de instroom van herbeoordelingen op verzoek van de uitkeringsgerechtigde, de werkgever of diens verzekeraar is iets afgenomen, doordat we actief telefonisch bij klanten navragen of de herbeoordeling nog steeds daadwerkelijk nodig is. Dit scheelt ongeveer 200 herbeoordelingen per maand; dat heeft ook een positief effect op de achterstanden.