Al onze handelingen moeten rechtmatig zijn, in overeenstemming met de geldende regels en besluiten. Om de rechtmatigheid van de uitkeringsverstrekking te toetsen, worden afwijkingen gekwantificeerd en afzonderlijk gewogen en weergegeven. We maken daarbij onderscheid tussen financiële fouten en onzekerheden, waarover afzonderlijk verantwoording moet worden afgelegd indien deze in het verslagjaar 2019 (1 oktober 2018 tot 1 oktober 2019) zijn geconstateerd. Bij een financiële fout kunnen we vaststellen wat de fout is en wat het financiële gevolg is. Bij een onzekerheid hebben we onvoldoende informatie om vast te stellen of iets goed of fout is.
Het percentage financiële fouten in de uitkeringslasten over de eerste 3 kwartalen van verslagjaar 2019 bedraagt 0,6. Dit is het gewogen UWV‑percentage over alle wetten. Het percentage onzekerheden bedraagt 0,1. Hiermee komt de rechtmatigheid voor de uitkeringsverstrekking voor deze periode uit op 99,4%. Deze cijfers zijn indicatief en geven de stand van zaken weer nadat driekwart van de steekproef voor verslagjaar 2019 is gecontroleerd.
In onderstaande tabel zijn de percentages financiële fouten en onzekerheden voor de verschillende wetten weergegeven.
Wet | Financiële fouten | Onzekerheden |
| Verslagjaar 2019 | Verslagjaar 2018 | Verslagjaar 2019 | Verslagjaar 2018 |
| eerste 3 kwartalen | | eerste 3 kwartalen | |
Wajong | 0,1% | 0,4% | 0,1% | 0,0% |
WAO | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
WAZ | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Wazo | 0,3% | 0,5% | 0,0% | 0,0% |
WIA | 0,5% | 0,1% | 0,1% | 0,0% |
WW | 1,8% | 1,8% | 0,4% | 0,5% |
Ziektewet | 2,0% | 2,7% | 0,0% | 0,0% |
Toeslagenwet | 0,9% | 1,7% | 0,0% | 0,8% |
IOW | 1,1% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Kaderwet SZW-subsidies | 19,8% | 1,3% | 0,0% | 1,9% |
| | | | |
Gewogen totaal | 0,6% | 0,8% | 0,1% | 0,1% |
Toelichting op de tabel
Het UWV‑foutpercentage ligt onder het niveau van het verslagjaar 2018.
De foutpercentages voor de WIA, IOW en Kaderwet SZW‑subsidies liggen boven het niveau van 2018.
Het foutpercentage voor de WW is gelijk aan dat in het verslagjaar 2018. De belangrijkste foutsoort bij de WW is het niet toepassen van uitsluitingsgronden voor het recht op WW‑uitkering.
De foutpercentages voor WIA en Wajong worden voornamelijk veroorzaakt door onvolkomenheden bij de administratieve afhandeling van betalingen voor voorzieningen.
Het foutpercentage voor de Ziektewet daalt ten opzichte van 2018; een onjuiste aftrek van verdiensten is een belangrijke foutsoort. Zowel bij de Ziektewet als de Wazo neemt het aandeel dagloonfouten in het foutpercentage af.
Onder de Kaderwet SZW‑subsidies wordt met ingang van verslagjaar 2019 de Regeling tijdelijk scholingsbudget UWV verantwoord die UWV sinds 1 juli 2018 uitvoert. Bij de uitvoering van deze regeling zijn meerdere onrechtmatigheden geconstateerd. In het derde kwartaal van dit verslagjaar (april tot en met juni) is 1 nieuwe onrechtmatigheid geconstateerd. Hierdoor is het foutpercentage gestegen naar 19,8. De genomen maatregelen zijn eind juli geïmplementeerd en de wijzigingen in de regelgeving zijn ingevoerd per 4 juli 2019. Ze hebben dus pas in het vierde kwartaal van het verslagjaar voor het eerst effect. Omdat het bestede budget (€ 4,8 miljoen in deze verslagperiode) relatief gering is ten opzichte van het totaal uitgekeerde bedrag (€ 14,5 miljard) is de impact op het UWV‑brede foutpercentage gering.
Het foutpercentage voor de IOW wordt veroorzaakt door het niet verrekenen van pensioeninkomen.